Atmosferische lucht, die in een compressor wordt gezogen, bevat altijd een bepaalde hoeveelheid vocht, stof en olie-aerosolen. De hoeveelheid en de verhouding van deze verontreinigingen is afhankelijk van het seizoen, het weer en de locatie van de compressor. Na compressie moet de lucht zo snel mogelijk van deze ingrediënten worden ontdaan om niet alleen slijtage van leidingen, maar ook van andere pneumatische apparaten te voorkomen.
Perslucht kan ongewenste stoffen bevatten, bijvoorbeeld water in druppel- of dampvorm, olie in druppel- of aërosolvorm, evenals stof. Afhankelijk van het toepassingsgebied van de perslucht kunnen deze stoffen de productieresultaten aantasten en zelfs de kosten verhogen. Het doel van luchtbehandeling is het produceren van de gespecificeerde persluchtkwaliteit, die voor een bedrijfsproces nodig is. Wanneer de rol van perslucht in een proces duidelijk wordt omschreven, is het eenvoudig het systeem te vinden dat het meest winstgevend en efficiënt is in die specifieke situatie. Het is een kwestie van, onder meer, nagaan of de perslucht direct in aanraking komt met het product en of, bijvoorbeeld, olienevel acceptabel is in de werkomgeving. Een systematische methode is vereist om de juiste apparatuur te selecteren.
Internationale norm ISO 85731 "Perslucht voor algemeen gebruik" bepaalt in welke mate perslucht moet worden gereinigd (zie onderstaande tabel). Deze norm bepaalt welke andere apparaten kunnen worden gebruikt om de vereiste persluchtkwaliteitsklasse te bereiken.
Kwaliteitsklasse | Gehalte vaste deeltjes | Watergehalte | Oliegehalte | ||
Max. grootte mu |
Max. hoeveelheid mg/m³ |
Dauwpunt °C |
Hoeveelheid g/m³ |
Max. hoeveelheid mg/m³ |
|
1 | 0,1 | 0,1 | -70 | 0,003 | 0,01 |
2 | 1 | 1 | -40 | 0,11 | 0,1 |
3 | 5 | 5 | -20 | 0,88 | 1,0 |
4 | 40 | 10 | +3 | 6,0 | 5 |
5 | - | - | +7 | 7,8 | 25 |
6 | - | - | +10 | 9,4 | - |
Vocht of condensatie moet zo snel en efficiënt mogelijk uit uw compressor worden verwijderd om schade aan uw persluchtsysteem te voorkomen. Een cycloon kan direct in de compressor of net achter de compressor worden geïnstalleerd. Om het condensaat af te tappen, kan een automatische condensaataftap rechtstreeks op luchtfilters en luchtdrogers worden aangesloten in de olie-waterscheider (indien nodig).
Een persluchtfilter scheidt de luchtdeeltjes feitelijk van de verontreinigingsdeeltjes. De deeltjesscheidende capaciteit van een persluchtfilter is het resultaat van de gecombineerde subcapaciteiten (voor de verschillende deeltjesgrootten) zoals hierboven is omschreven. In de praktijk is elk filter een compromis, aangezien geen enkel filter efficiënt is voor het volledige deeltjesgroottebereik. Zelfs het effect van de stroomsnelheid op de scheidingscapaciteit voor verschillende deeltjesgrootten is geen doorslaggevende factor. Over het algemeen zijn deeltjes tussen 0,1 μm en 0,2 μm het lastigst te scheiden (de meest penetrerende deeltjesgrootte). Zoals hierboven vermeld, kan de totale afvangefficiëntie van een coalescerend persluchtfilter worden toegeschreven aan een combinatie van alle voorkomende mechanismen. Uiteraard zijn het belang van elk mechanisme, de deeltjesgrootten waarvoor deze optreden en de waarde van de totale efficiëntie sterk afhankelijk van de deeltjesgrootteverdeling van het aërosol, de luchtsnelheid en de vezeldiameterverdeling van het filtermateriaal. Olie en water in de vorm van aërosolen gedragen zich vergelijkbaar met andere deeltjes en kunnen ook met behulp van een coalescerend filter worden gescheiden. In het filter voegen deze vloeibare aërosolen zich samen tot grotere druppels die naar de bodem van het filter zakken als gevolg van de zwaartekracht. Het filter kan olie in aërosolvorm en in vloeibare vorm scheiden. Olie in vloeibare vorm zal echter vanwege de inherent hoge concentratie resulteren in een hoge drukval en oliemeesleping. Indien olie in dampvorm moet worden gescheiden moet het filter een geschikt adsorptiemateriaal bevatten, meestal actief kool. Alle filtratie leidt onvermijdelijk tot een drukval. Dit is een energieverlies in het persluchtsysteem. Fijnere filters met een vastere structuur veroorzaken een grotere drukval en kunnen sneller verstopt raken, waardoor filters vaker moeten worden vervangen en de onderhoudskosten dus hoger worden. De kwaliteit van de perslucht met betrekking tot de hoeveelheid deeltjes en de aanwezigheid van water en olie is vastgelegd in ISO 8573-1, de industriestandaard voor persluchtzuiverheid. Om het risico op verontreiniging van de perslucht in cruciale processen te voorkomen, verdient het aanbeveling alleen perslucht geclassificeerd als klasse 0 te gebruiken. Daarnaast moeten filters zodanige afmetingen hebben dat ze niet alleen geschikt zijn voor de juiste verwerking van het nominale debiet, maar ook een grotere capaciteitsdrempel hebben om enige drukval als gevolg van een zeker mate van verstopping te verwerken.
Condens- of adsorptiedrogers worden gebruikt om vocht uit de perslucht te verwijderen. Condensdrogers worden gebruikt wanneer de vereiste maximale luchtkwaliteit klasse 4 is, wat betekent dat het dauwpunt lager dan 3 °C is. Als er perslucht met minder vocht (een lager drukdauwpunt) nodig is, moet er een adsorptiedroger worden geïnstalleerd.